Kleindochter David Oxenham bezoekt Bleiswijk

Bleiswijk, 20 april 2024, was een bijzondere dag in Bleiswijk. De kleindochter Susan Oxenham van de moedige oorlogspiloot David Oxenham, vergezeld door haar man Tim, kwamen samen in Bleiswijk om te herdenken en te vieren. Ondanks de bewolkte lucht, vulde warmte en oprechte emotie de atmosfeer. Het was een dag die we in Bleiswijk zullen koesteren en nooit zullen vergeten.
lees hier zijn verhaal.

Oorlogsvlieger David Oxenham kwam nog twee keer terug naar Bleiswijk
Bleiswijk – De oudste inwoners van Bleiswijk zullen zich vast en zeker nog de nacht van 10 op 11 september 1942 herinneren. De oorlog was nog in volle gang toen die avond een Engelse bommenwerper, de Wellington T 2606, in het weiland van boer Bos aan de Overbuurtseweg in Bleiswijk neerstortte.
De piloot van het toestel was David Oxenham (geboren op 24 februari 1923 / overleden 31 oktober 1997). Hij was vliegenier bij de Royal Australian Airforce (RAF). David was gedwongen om een crashlanding uit te voeren. Het toestel vloog te laag om er met de parachute uit te springen. De bemanning bracht het er gelukkig levend vanaf. Geboren in Brisbane (Queensland) kwam Oxenham reeds op 18-jarige leeftijd bij de RAF in Engeland.
Hij was ‘s morgens met een squadron bommenwerpers opgestegen vanuit Engeland voor een aanval op Düsseldorf, een van de zwaarste aanvallen uit de oorlog. Er kwamen ongeveer 200 mensen bij om het leven en 20.000 inwoners werden dakloos. Tevens werden veertig fabrieken buiten werking gesteld. Nadat ze hun bommenlast hadden laten vallen, werden ze op de terugweg boven Gouda aangevallen door een Duitse Me110. De Britse bommenwerper was geen partij voor de geroutineerde nachtjager. De Wellington werd geraakt, waardoor het in brand vloog. Oxenham probeerde nog terug te komen tot aan het Engelse Kanaal, maar zag zich gedwongen om een noodlanding te maken, maar zorgde er voor dat hij niet in een woonwijk zou landen. Hij crashte uiteindelijk in Bleiswijk in een weiland. Een inwoner van Bleiswijk zag het toestel, laag scherend over de Dorpsstraat en Hervormde kerk, in het weiland van boer Bos terecht komen.

Toch gevangen
Er zat een 5-koppige bemanning in het toestel. Ze kropen er zo snel mogelijk uit. Eén van hen was gewond aan zijn voet. Ze verborgen zich achter een dijk tussen het riet. Het vliegtuig brandde hevig. Munitie en lichtkogels explodeerden. Duitse soldaten renden er snel naar toe maar konden er vanwege de explosies niet bij komen. Ook zochten ze niet naar de bemanning, omdat ze geen parachutes zagen en dachten dat de bemanning in de vlammen was omgekomen, dus vertrokken ze weer. De volgende dag verborg de bemanning zich in een hooiberg en hoopten zo in contact te komen met het verzet. Plotseling arriveerden er leden van de Duitse luchtmacht, omsingelden de hooiberg en namen de mannen gevangen. Of ze zijn verraden is nooit bewezen, maar het sterke vermoeden was er wel bij een aantal inwoners. Ze werden overgebracht naar een krijgsgevangenenkamp bij Frankfurt. Later werd Oxenham naar Stalag VIII B Lamsdorff gebracht, waar hij tot januari 1945 gevangen heeft gezeten. Begin april 1945 werd hij in Meiningen (voormalig DDR) bevrijd door de pantserdivisie (USA) van generaal Patton. Op 14 april 1945 keerde hij naar Engeland terug. Na enkele jaren bij een bank te hebben gewerkt ging hij in 1951 terug naar de RAF en wist daar op te klimmen tot Wing Commander (luitenant kolonel).

Uitnodiging
Berkelaar Leo Bolleboom wist David Oxenham op te sporen. Hij werd door het Oranjecomité Bleiswijk en enkele verzetsstrijders uitgenodigd op Koninginnedag 1985 naar Bleiswijk te komen. Daar was uiteraard de nodige briefwisseling aan vooraf gegaan. Via de RAF in Gloucester wist men alleen het adres van Oxenham te achterhalen en niet dat van de andere bemanningsleden. Bolleboom kreeg een brief terug van Oxenham, waarin deze antwoord gaf op een aantal gestelde vragen. Hij stuurde daarbij zelfs een kopie mee van een van de bladzijden uit zijn logboek van 1942. De brief gaf voldoende aanleiding om hem op te bellen. Daarin gaf hij te kennen heel graag rond Bevrijdingsdag naar Nederland te komen. Hij vroeg wel of het mogelijk was hem een officiële uitnodiging van de gemeente Bleiswijk toe te sturen. Hij belde echter de dag erna al terug, dat hij op 28 april 1985 op vliegbasis Soesterberg zou aankomen. Hij kon namelijk onverwacht mee vliegen met een Hercules-transportvliegtuig van de Australische luchtmacht dat tijdens een oefenvlucht Nederland zou aan doen. Een tussenlanding zou worden gemaakt in Marseille. Na dit telefoontje trof het Oranjecomité Bleiswijk voorbereidingen voor de komst van Oxenham om er een officieel gebeuren van te maken. Op 28 april werd hij opgehaald vanaf Soesterberg en ondergebracht bij het gastgezin Gimberg In Bleiswijk. De toenmalige burgemeester Jac. van der Linden ontving hem officieel. De ochtend erna ging hij eerst naar de plek waar zijn toestel was neer gekomen, namelijk in het gebied waar nu sporthal Rijneveen staat. De familie Gimberg bood hem een rondvlucht aan boven de 3B-hoek. Dit maakte grote indruk op hem. Koninginnedag 1985 werd voor hem een drukke, maar tevens fijne dag. Er was een aubade voor het gemeentehuis. ’s Middags kreeg hij een rondleiding door het recreatiegebied Rottemeren en ’s avonds werd hij uitgenodigd bij het Oranjebal in het Parochiehuis, waarmee Koninginnedag ieder jaar ouderwets gezellig werd afgesloten. Voordat hij weer naar Australië vertrok, bracht hij nog een bezoek aan het gezin van Leo Bolleboom in Berkel en Rodenrijs.

Tweede ontmoeting
Op uitnodiging van Leo Bolleboom zelf, kwam Oxenham in september 1986 voor de tweede keer naar Nederland. Hij bezocht opnieuw de plek waar hij was neergekomen in 1942 en dat emotioneerde hem zeer. Als ‘nuchtere’ oud-militair zei hij, dat hij destijds ‘gelukkig door een Aas was neergeschoten’. Aas was de bijnaam van piloten die in de oorlog meerdere vliegtuigen hadden neergeschoten. Hij vond het zelfs jammer dat de piloot die hem had neergeschoten, ene Oberfeldwebel Heins Struning, aan het eind van de oorlog was omgekomen. Hij gaf aan respect voor deze man te hebben. Dat kenmerkte de dappere, echte militair Oxenham. Hij is slechts 74 jaar geworden. In oktober 1997 overleed hij. De inmiddels ook overleden Bas Metselaar uit Bergschenhoek wist zelfs nog een plaatje met merknaam en nummer van een van de propellers van het vliegtuig plus een stukje parachute uit de romp van het vliegtuig te halen. Dat stukje zou er uiteindelijk voor zorgen dat de toedracht van de crash toch nog zou worden achterhaald. Een zus van Metselaar borduurde namelijk de datum van de crashlanding op het stukje stof en zodoende kon Leo Bolleboom uiteindelijk aan het adres van Oxenham komen.

20 april 2024 is Susan Oxenham, de kleindochter van oorlogspiloot David Oxenham, en haar man Tim in Bleiswijk en hebben we haar mogen ontmoeten. Wat hebben we een bijzondere dag beleefd! 💕samen met Cor de Ruiter, Leo Bolleboom die David persoonlijk hebben ontmoet, Vivièn & Léon Erwich namens het Oranjecomité Bleiswijk en Ariane Kok Fotografie, Andreas Huurman en Stijn Molleman zullen alles vastleggen voor het nageslacht. Harm Theunissen was aanwezig om vriend Tim en zijn vrouw Susan te begeleiden naar Bleiswijk.

Bronnen voor dit verhaal:
Leo Bolleboom (incl. de foto’s)
De Schakel 24 april 1985 (artikel John Hofman)

English Version (Translation)